Writer in residence Max Greyson doolt door Amsterdam alsonderdeel van het schrijven

De Belgische dichter en schrijver Max Greyson is een maand writer in residence in Amsterdam. Hij werkt er aan gedichten en een muziektheatervoorstelling.

‘Eindes van gedichten komen ineens bij me op tijdens het verdwalen. Daarom hou ik van steden die ik niet ken.’

- Maarten Moll

22 februari 2023, 16:30

Bron: parool.nl

Als u de komende tijd in een café in de binnenstad een dertiger met een baardje aan een tafeltje ziet met voor zich een pen en een notitieboek: schroom niet om hem aan te spreken. Het is waarschijnlijk Max Greyson die daar dan zit te schrijven.

“Ik schrijf veel in koffiebars en op café, maar als ik thuis ben doe ik dat ’s avonds niet. Daar heb ik een vriendin en vier dieren. Maar in Amsterdam ben ik alleen. ’s Avonds, na het eten, denk ik: ja, en wat nu? Dan heb ik de hele dag stilgezeten. Dan beginnen mijn benen te trillen, en moet ik de deur uit om door de stad te gaan dwalen.”

Verdwalen

Max Greyson, spokenwordperformer, dichter en schrijver, is op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds een maand writer in residence in Amsterdam en verblijft in een appartement boven boekhandel Athenaeum op het Spui.

“Dat door de stad dolen,” zegt Greyson terwijl hij glazen water op de tafel in het appartement zet, “is een deel van het schrijven, en andersom. En dat dolen is letterlijk, want ik verdwaal altijd in Amsterdam.”

Het is dus geen verwarde man die u met de blik naar de grond gericht door de stad kunt zien lopen, maar een actieve schrijver. Die nadenkt over de dichtbundel die hij aan het voltooien is (voorlopige titel: De dramaturgie van het loslaten). Of over het theaterstuk Portici, waarvoor hij het script schrijft.

Belgische Opstand

Dat stuk is een vrije bewerking van de opera La Muette de Portici (De Stomme van Portici) van Daniel Auber uit 1828. Tijdens de opvoering van die opera in Brussel, op 25 augustus 1830, braken er anti-Nederlandse rellen uit, vooral gericht tegen het beleid van koning Willem I, die zouden uitmonden in de Belgische Opstand.

Greyson grinnikt. “Ik vind het wel mooi en ironisch dat ik een stuk over de onafhankelijkheid van België schrijf in Amsterdam, in het land van de onderdrukker. Dat is leuk, verder ben ik hier vooral om een soort onderlaag te creëren voor de voorstelling. En anderzijds om gedichten af te werken die eigenlijk al zo goed als geschreven zijn, maar waarvan ik het einde nog niet weet. Eindes die ineens bij me opkomen tijdens dat verdwalen. Daarom hou ik van steden die ik niet ken.”

“Dolen is onderdeel van het schrijven, want op die momenten denk je echt na, zit je zo hard in uw hoofd, zo hard naar binnen gekeerd, dat kun je thuis niet. Daar kom je op straat bekenden tegen, ben je meer bezig met ‘wat gaan we eten vanavond’ dan met dat gedicht.”

Greyson schreef twee dichtbundels en debuteerde in 2021 als romancier met Een waarschijnlijk toeval (al zijn werk verschijnt bij De Arbeiderspers) die speelt in de theaterwereld. Liefdesrelaties en het theater zijn belangrijke, essentiële thema’s in zijn werk. “Ik heb het theater nodig in mijn poëzie om het direct en zegbaar te houden. Anderzijds heb ik mijn poëzie nodig in het theater, want een goede theatervoorstelling is naast goede muziek en goed spel ook goede tekst. Zo houden die elkaar in stand, en de een zal altijd de ander beïnvloeden.”

Gebarentaal

En in al die disciplines laat Max Greyson zijn geëngageerde kant zien. “Ik ben heel erg bezig met toegankelijkheid in het theater voor blinden, slechtzienden en doven, voor mensen van kleur. Op het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen werk ik met de dansopleiding aan een voorstelling met de blinde danser Saïd Gharbi.”

“Ook Portici gaat over toegankelijkheid. In dat theaterstuk willen we ook relevant zijn, een brug slaan tussen doven en horenden in het theater. Daar is dit stuk perfect voor. Het hoofdpersonage kan niet horen, ze gebruikt gebarentaal, en is dus de verbindende factor tussen horenden en doven. Ja, het is de bedoeling dat de voorstelling ook in Nederland te zien zal zijn.”

Flauwe grappen

“Ik vind Amsterdam een melodieuze stad, en ik merk dat al wandelend, ook omdat we die opera voor de voorstelling aan het bewerken zijn, mijn gedachten in rijm beginnen te komen.”

En als er dan zoiets opborrelt moet hij snel het café in om dat idee of die gedachte ‘te vatten’.

“Als ik dan in Antwerpen toch eens op café ga schrijven, komen ze aan tafel staan, of zitten, en dan vragen ze wat ik aan het doen ben en maken flauwe grappen.”

En in Amsterdam? “Hier spreekt niemand mij aan, niemand vindt dat blijkbaar verwonderlijk. Ik heb zelfs eerder de indruk dat de mensen in een boog rondom mij lopen. Misschien om mij met rust te laten, misschien uit angst voor het onbekende. Beetje eenzaam misschien, maar ik vind het niet erg. Dat valt mij wel op, want je zou verwachten dat ze in Nederland enorm direct zijn. Het is dus verrassend.”

Daarom, als u hem ziet zitten; spreek hem aan! Vindt hij leuk.

Vorige
Vorige

INTERVIEW: "Tijd Voor (R)Evolutie!" - Side-Show en Silence Radio over inclusie in de kunsten

Volgende
Volgende

IN DIALOOG (VIDEO): Kunstenaarspunt maakt Videoreeks: Advies voor Startende Kunstenaars